Zoals u kunt lezen in dit jaarverslag, heeft het Belgisch Instituut voor Lastechniek ook in 2018 weer heel wat gevarieerde activiteiten ontplooid, deels op nieuwe thema’s, deels ook verdiepend in het werk wat al eerder uitgevoerd werd.
Veel bedrijven in de metaalverwerkende industrie met lasactiviteiten zoeken koortsachtig naar automatiseringsoplossingen om het tekort aan lassers op te vangen. Relatief kleine series, weinig zekerheid over weerkerende opdrachten, het ontbreken van ervaring in robotprogrammatie (online of offline) en de relatief hoge investeringskost zijn echter drempels die velen weerhouden om te investeren in een industrieel robotlassysteem. De robotlassystemen op basis van lichtgewichtrobots (de zogenaamde cobots), die stilaan door de fabrikanten op de markt worden aangeboden, pretenderen veel van deze belemmeringen weg te nemen.
Het Belgisch Instituut voor Lastechniek (B.I.L.) heeft goedkeuring gehad voor een heel aantal nieuwe onderzoeksprojecten, gesteund door het Agentschap voor Innoveren en Ondernemen, CorNet en CleanSky. Daarbij wordt veel belang gehecht aan de directe betrokkenheid van bedrijven bij deze onderzoeksprojecten. Naast de bedrijven die zich reeds aangesloten hebben bij de gebruikersgroep, kunnen geïnteresseerden zich nog altijd aansluiten om deze projecten (actief) mee op te volgen en cases aan te brengen. In onderstaand artikel worden deze projecten, met heel uiteenlopende thema's, kort voorgesteld.
Ultrasoonlassen is een lasproces dat gebruik maakt van hoogfrequente trillingsenergie. Het is een solid-state lasproces, wat wil zeggen dat de te lassen materialen niet worden gesmolten, maar in een plastische toestand worden gebracht om ze te verbinden. Het proces is ontwikkeld in de jaren 60 en wordt vooral voor kunststoffen toegepast, maar er zijn ook heel interessante toepassingen voor metalen.
Multimateriaalverbindingen kennen een steile opmars binnen diverse sectoren. Bij combinaties van verschillende geleidende materialen ontstaat het risico op galvanische corrosie. Als twee verschillende materialen in contact zijn met elkaar, zal het minst edele materiaal versneld aangetast worden in een agressieve omgeving, de versnellingsfactor kan snel 10 of 100 bedragen. Het spreekt voor zich dat dergelijke situaties te vermijden zijn. Daarvoor is echter nog bijkomend onderzoek nodig. Aan de hand van enkele cases wil het Belgisch Instituut voor Lastechniek daarom op zoek naar geschikte oplossingen.
Robots zijn al enkele jaren niet meer weg te denken uit de metaalindustrie, en ook in tal van andere industrietakken banen ze zich een weg. Uit gesprekken met de industrie blijkt dat er behoefte is aan een gedegen opleiding tot 'robotlasser' of personeel met de kennis om een lasrobot succesvol in het bedrijf te implementeren.
De klimaatbetogingen maken duidelijk dat vandaag iedereen begaan is met een toekomstgericht milieubeleid. Nieuwe technologie zal daarin zeker een hulpmiddel zijn om de doelstellingen te behalen. Denk bijvoorbeeld aan elektrische wagens. Hieruit is het project ‘Steel S4 EV’ ontstaan. Dat beoogt het ontwikkelen van een lichte en veilige elektrische wagen voor personentransport in de stad. De opzet is om door toepassen van geavanceerde hoogsterkte stalen een licht, maar uiterst sterk en stijf frame te ontwikkelen.
Zoutneveltesten zijn courante praktijk voor het beproeven van verzinkte onderdelen. Met behulp van deze testen kan de kwaliteit van de zinklaag op een versnelde manier onderzocht worden. Echter de zoutneveltest heeft ook zijn beperking om dergelijke lagen te evalueren. Dit artikel geeft algemene informatie en bundelt de ervaringen van het corrosielabo van het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) bij het testen van verzinkte onderdelen.
Bruggen zijn typisch constructies die vanwege dynamische belasting gevoelig zijn voor vermoeiing. Ondanks hun goede mechanische eigenschappen worden hogesterktestalen nog niet veel toegepast voor dit soort constructies. Dit komt omdat zij een groot deel van hun vermoeiingssterkte verliezen wanneer eraan wordt gelast. Met het project OPTIBRI hebben onderzoekers aangetoond dat de vermoeiingssterkte verbeterd kan worden door een geschikte nabehandeling.