De focus in MECHJOIN ligt op de toepassing van twee van de meest belangrijke mechanische en dus “koude” verbindingstechnieken (clinchen en zelf-ponsend rivetteren) voor hoogsterkte lichtgewicht materialen. Het belangrijkste probleem in dit verband is dat deze materialen een beperkte ductiliteit bezitten, terwijl deze processen plaatselijk zeer grote plastische rekken veroorzaken. Derhalve gaat het verbinden van deze materialen gewoonlijk gepaard met scheuren die geïntroduceerd worden tijdens het verbindingsproces.
Het project CASSTIR (dat eind 2006 werd opgestart), gesubsidieerd door het Federaal Wetenschapsbeleid, betreft een samenwerking tussen het BIL, UCL, CEWAC en UGent. Het project was erop gericht om in België het gebruik van de innovatieve FSW techniek toegepast op aluminiumlegeringen te stimuleren, alsook om diepgaande kennis te ontwikkelen door een gedetailleerde studie van de eigenschappen van friction stir gelaste verbindingen.
Het MetalMorphosis onderzoeksproject beoogt het ontwikkelen van innovatieve verbindingstechnieken via de elektromagnetische puls technologie. Hiermee kan een reeks nieuwe hybride metaal-composiet componenten geproduceerd worden, die inspeelt op de huidige trend naar lichtgewicht materialen in de automobiel industrie. Demonstratiestukken die tijdens het project ontwikkeld worden zijn een hybride metaal-composiet rempedaal en schokdemper.
Zoals zichtbaar zal zijn bij het verder lezen van dit jaarverslag, heeft het BIL in 2016 de trend van de laatste jaren om het ledenbestand uit te breiden verder kunnen zetten. Dit is zeer belangrijk in de ‘verankering’ van kennis en competenties van het BIL, maar uiteraard ook om te zorgen dat deze kennis zo goed mogelijk wordt overgedragen naar de lidbedrijven.
In het Europese Cornet-project 'InnoJoin' werd het thermisch verbinden van ongelijksoortige plaatmaterialen bestudeerd. Recent zijn er ontwikkelingen gebeurd voor een aantal lasprocessen, die het mogelijk maken om ongelijksoortige metaalcombinaties te lassen. Dit project omvatte een brede waaier van lastechnologieën, aangeleverd door het consortium Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL, België), KU Leuven – De Nayer (KUL, België), Centre d’Etudes Wallon d’Assemblage et du Contrôle des Matériaux (CEWAC, België), Schweißtechnische Lehr- und Versuchsanstalt (SLV Hälle, Duitsland) en Laboratorium für Werkstoff- und Fügetechnik (LWF, Universiteit Paderborn, Duitsland), evenals een brede waaier van materialen, zodat er innovatieve oplossingen voor industriële toepassingen verwacht werden. De partners hadden ook hun specifieke kennis en ervaring aangewend betreffende destructieve en niet-destructieve beproevingsmethoden, voor het genereren van vergelijkbare, relevante en correcte resultaten.
De afkorting IWI staat voor International Welding Inspector. Het is een door IIW (International Institute of Welding) internationaal erkende opleiding met diploma. De IWI-opleiding is bij velen nog onbekend, maar is een waardevolle vervolgopleiding voor lascoördinatoren IWE, IWT of IWS die een brede kwaliteitscontrolefunctie dienen te vervullen.
Het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) heeft een jarenlange ervaring in schadeanalyse en corrosieonderzoek. Hierbij wordt onderzoek gevoerd naar de aard en oorzaak van de ontstane schade (breuken, scheuren, lekkages,…). Naast het belangrijke visueel onderzoek en het metallografisch onderzoek, wordt vaak ook een beroep gedaan op de elektronenmicroscoop om het faalmechanisme te achterhalen.
Heel vaak wordt de vraag gesteld of een bepaald product al dan niet onder de scope van EN 1090-1 valt. Aangezien hierover nog veel onduidelijkheid bestaat blijft dit een actueel punt voor de normen-antenne lastechniek in de besprekingen met CEN/TC135, de technische commissie die de geharmoniseerde norm EN 1090-x beheert.
Een veelbelovende methode voor kwaliteitsborging is akoestische emissie. Deze methode is een niet-destructieve onderzoekstechniek die toegepast kan worden tijdens het productieproces. Ze biedt de mogelijkheid de kwaliteit van alle lassen te testen. Akoestische emissiekwaliteitscontrole als niet-destructieve, vergelijkende testmethode is ontwikkeld gebaseerd op het feit dat elk materiaal natuurlijke trillingen vertoont en dat machines en processen geluiden uitstoten.
Normen zijn geen statisch gegeven. Om ervoor te zorgen dat ze de laatste stand van de techniek volgen, worden ze minstens elke 5 jaar onderworpen aan een review om te bepalen of de norm moet aangepast worden. Indien er aanpassingen nodig zijn, zal vervolgens een nieuwe versie uitgebracht worden.
Raadpleeg de normen-antenne lastechniek voor een update van de lasgerelateerde EN ISO - normen in België.