De nood aan nieuwe hybride metaal-composiet componenten voor de automobielindustrie brengt grote uitdagingen met zich mee betreffende de verbindingen tussen verschillende materiaaltypes. Dit is de drijfveer achter het onderzoeksproject MetalMorphosis dat momenteel loopt bij het BIL in samenwerking met acht Europese partners. In dit artikel presenteren we een overzicht van de hedendaagse trend naar lichtgewicht materialen, de verschillende composieten en de huidige verbindingstechnieken voor composieten en metalen. Daarnaast geven we een uiteenzetting van het onderzoeksproject MetalMorphosis.
Cewac en BIL hebben vanaf juli 2008 gezamenlijk gewerkt aan het project MICROSOUD, voor het bundelen, uitbreiden en delen van kennis op het gebied van microlassen. Een speciaal opgericht platform beidt technische ondersteuning aan bedrijven. Dit artikel focust op enkele toepassingen.
CEWAC en BIL werken sinds juli 2008 gezamenlijk aan het project ‘Microsoud’, dat meegefinancierd werd door het EFRO fonds en de Waalse regionale overheid. Het project loopt nog tot juni 2013 en omvatte de oprichting van een technologisch platform voor het microlassen en de bijbehorende kwaliteitscontroles. Dit platform, vormgegeven vanuit het CEWAC in Ougrée, is al gedurende twee jaar operationeel en heel wat bedrijven hebben concrete technische ondersteuning gekregen. Bedrijven, in het bijzonder de kmo’s, kunnen via deze weg toegang krijgen tot de vereiste informatie en moderne technologie m.b.t. microlassen en microcontrole. Zo kan een technischeconomische afweging gemaakt worden tussen de verschillende beschikbare methodes (laserlassen, elektronenbundellassen, wrijvingsroerlassen, weerstandslassen, booglassen etc.) om de meest aangewezen technologie in te zetten bij de creatie van nieuwe producten of voor het aanpassen van bestaande producten. Dit artikel focust op enkele verwezenlijkingen.
CEWAC, BIL, BCRC en CENAERO voeren momenteel een collectief onderzoeksproject uit, gesubsidieerd door het Waalse Gewest, i.v.m. het wrijvingsroerlassen van staal. In een eerste fase was het de bedoeling te inventariseren van wat er al bestaat. Het onderzoek richt zich nu op het ontwikkelen van gereedschap, hetzij op basis van vrij in de handel verkrijgbaar materiaal, hetzij uit zelfgeproduceerd materiaal. Er wordt vooral gezocht naar manieren om de slijtage van het gereedschap te verminderen.
Geen lasproces kent zo veel verschillende varianten als het MIG/MAG-lassen. In het kader van het Vlaamse project INNOLAS zijn lastoestellen van verschillende fabrikanten getest. Daaruit kwamen enkele interessante tendensen naar voren.
De laatste jaren kwamen er nieuwe processen op de markt die heel wat potentieel bieden voor het verbinden van ongelijksoortige materialen. Dit artikel heeft als doelstelling een overzicht te geven van een aantal van deze processen. Hopelijk biedt dit u stof tot nadenken voor innovatief materiaalgebruik of verdere optimalisatie in de eigen productie. Het BIL volgt deze ontwikkelingen en nieuwe technieken op de voet, zodat het bedrijven kan bijstaan en ondersteunen bij de implementatie ervan.
Het Belgisch Instituut voor Lastechniek (BIL) bereidt momenteel – samen met Sirris en Flanders Drive – een onderzoeksproject voor rond het structurele verbinden van ongelijksoortige materialen. Hierin zal een vergelijk worden gemaakt tussen lijmen, lassen en mechanische verbindingstechnieken. Het BIL zal hierbij vooral kijken naar heterogene lasverbindingen, maar in het project zal er onder meer ook gefocust worden op metaal-composietverbindingen.
Het Transtir project is ontstaan uit de wens van een aantal onderzoekscentra in de Grote Regio om samen te werken en zodoende kmo’s in Wallonië, Lotharingen, Saarland, Rijnland-Palts en Luxemburg lastechnologisch te ondersteunen. Het was daarbij de bedoeling de technologie van het wrijvingsroerlassen meer bekendheid te geven en het aantal industriële toepassingen te verhogen via praktisch bruikbare publicaties en handleidingen. Hoewel het FSW proces (Friction Stir Welding of wrijvingsroerlassen) nog relatief jong is, het werd pas ontwikkeld in 1991, kan het sinds geruime tijd rekenen op een sterk groeiende belangstelling. Met name kmo’s zouden van dit lasproces kunnen gebruikmaken, als alternatief voor andere spitstechnologische oplossingen, om een aantal problemen inzake kwaliteit en kosten te vermijden.
Tijdens dit project worden eigenschappen van clinchverbindingen onderzocht en daarbij wordt telkens de vergelijking gemaakt met het puntlassen. Er werd een website gemaakt (www.clinching.net) die een overzicht geeft van de verschillende fabrikanten en helpt bij de keuze van de tools en de parameters voor het clinchen. Enkele bevindingen uit het onderzoek worden toegelicht in dit artikel.
Bij het BIL en Kaho St-Lieven liep een onderzoeksproject gesubsidieerd door het IWT, samen met een vijftiental deelnemende bedrijven. Tijdens dit project worden eigenschappen van clinchverbindingen onderzocht en daarbij wordt telkens de vergelijking gemaakt met het puntlassen. Er werd een website gemaakt (www.clinching.net) die een overzicht geeft van de verschillende fabrikanten en helpt bij de keuze van de tools en de parameters voor het clinchen. Enkele bevindingen uit het onderzoek worden toegelicht in dit artikel.